Onderwerp 4 - De banken

Medewerker bankkantoor

Nog niet zo lang geleden kon iedereen in Zimbabwe zich miljonair noemen, maar zonder iets te kunnen kopen! Als medewerker op een bankkantoor in Zimbabwe moest je, tot najaar 2009, met grote getallen kunnen omgaan. Het geld was zo weinig waard dat je voor 1 Amerikaanse dollar miljoenen, zelfs biljoenen, Zimbabwaanse dollars (Zimdollars) kon krijgen. De bedragen werden zo groot dat de regering een aantal nullen moest schrappen en nieuwe bankbiljetten liet drukken, want op rekenmachines kon niets meer worden berekend.
Hoe meer nullen, hoe minder het geld waard is. Als dit in een land gebeurt, spreken we van inflatie. Wat is de oorzaak dat geld ineens zoveel minder waard wordt? Wat betekende het voor de mensen? In deze module krijg je antwoord op die vragen. Je kruipt in de huid van een Zimbabwaanse bankmedewerker tijdens de inflatie. Je moet dan wel heel goed kunnen hoofdrekenen met al die nullen.


Opdrachten

Verdeel de klas in vier groepen. Ieder groepje maakt één van de onderstaande opdrachten. De gevonden antwoorden presenteer je aan elkaar. Samen werk je aan de vijfde opdracht.


Opdracht 1

Lees de teksten 'Inflatie en hyperinflatie: wat is het geld waard?' en 'Geld bijdrukken en inflatie' en beantwoord de volgende vragen:

  1. Wat is inflatie?
  2. Noem twee mogelijke oorzaken van inflatie.
  3. Waarom krijg je met inflatie zoveel bankbiljetten?


Inflatie en hyperinflatie: wat is het geld waard?

Bij inflatie wordt geld minder waard omdat de prijzen van producten stijgen. Dan kunnen mensen minder kopen. Hun koopkracht daalt. Dit gebeurt alleen als de prijzen sneller stijgen dan de lonen. Als jij in de winkel komt zie je aan de prijs of iets duur of goedkoop is. Maar als de waarde van geld snel verandert - als er een hoge inflatie is - dan wordt het lastig om te bepalen of iets duur of goedkoop is. Dan kan hyperinflatie ontstaan, zoals in Zimbabwe in 2009. Dan zijn de prijzen in de supermarkt bij wijze van spreken alweer verhoogd tegen de tijd dat je bij de kassa aankomt. Niemand weet dan nog wat het geld waard is. Dan moet je iets anders bedenken, terug naar vroegere tijden dus: ruilen! Een pak melk tegen een brood bijvoorbeeld! Bij ruilhandel bepaal je zelf de waarde van iets, maar je moet wel iemand vinden met wie je een goede ruil kunt doen.


Geld bijdrukken en inflatie

Een belangrijke oorzaak was het onbegrensd laten bijdrukken van geld, zoals in Zimbabwe de overheid deed. Dat was nodig om degenen die de president hielpen aan de macht te blijven, meer salaris te kunnen geven. Vriendjespolitiek, vooral voor mensen uit leger, politie, rechtspraak en politiek. In een economie moeten geld en goederen elkaar in evenwicht houden. Als steeds geld wordt bijgedrukt en er staat niets tegenover, ontstaat scheefgroei. Het geld wordt minder waard. De koers van de Zimbabwaanse dollar daalt. Door het dalen van de koers worden de producten duurder, dus stijgen de prijzen weer en kunnen de mensen voor hun geld nog minder kopen. Een vicieuze cirkel. Bij inflatie krijg je bankbiljetten met talloze nullen. Het Amerikaanse trillion heeft er 12, net als dit Zimbabwaanse bankbiljet. (Anders dan het Europese triljoen, dat heeft 18 nullen.)


Opdracht 2

Lees de teksten 'Landhervorming en inflatie' en 'De zwarte markt in Zimbabwe, eind 2007' en beantwoord de volgende vragen.

  1. Door de landhervorming is in Zimbabwe sinds ca. 2000 de productie afgenomen.
    Noem nog drie belangrijke gevolgen van de landhervorming.
  2. Waarom vluchtten zoveel mensen naar het buitenland?
  3. Noem 2 voorbeelden van vriendjespolitiek in Zimbabwe.
  4. Komt dit bij ons ook voor? Zo ja, kun je een voorbeeld noemen op micro- en op macroniveau?


Landhervorming en inflatie

De inflatie in Zimbabwe had alles te maken met de landhervorming door president Mugabe in de jaren negentig. Toen Mugabe na de onafhankelijkheid in 1980 aantrad, ging het een aantal jaren prima met Zimbabwe. Witte en zwarte Zimbabwanen leefden en werkten vreedzaam samen. Onderwijs en gezondheidszorg waren gratis. Zimbabwe was welvarend, het werd de graanschuur van Afrika genoemd. Maar Mugabe ontpopte zich steeds meer als alleenheerser. Hij gooide degenen met wie hij regeerde eruit, liet wie hem in de weg stonden vermoorden, en zorgde ervoor zichzelf te verrijken. Eind jaren negentig begon hij met de hervorming van de landbouw, de belangrijkste bron van inkomsten.

Cellphone managers

Mugabe verdreef de overwegend witte boeren en hun meestal zwarte werknemers met geweld, om de vrijkomende boerderijen zoals hij zei aan zwarte boeren te geven. Maar de nieuwe eigenaars zijn geen zwarte boeren. Zij zijn vooral strooplikkers, mensen die er belang bij hebben dat Mugabe de baas blijft. Mensen met macht, hoge functionarissen: rechters, ministers, ambtenaren en hun familie/vrienden. Deze nieuwe landeigenaren worden spottend cellphone managers genoemd. Zij besturen hun land vanuit de stad via hun mobieltje. Van landbouw hebben zij helemaal geen verstand.

Miljoenen Zimbabwanen naar het buitenland

Als mensen zonder verstand van landbouw opeens enorme bedrijven moeten beheren, kun je je voorstellen dat de oogst mislukt. Het gevolg was dan ook dat de landbouwsector, de kurk waar de Zimbabwaanse economie op dreef, instortte. Er was nauwelijks opbrengst meer. Dus was er geen export en had Zimbabwe ook geen inkomsten. Veel Zimbabwanen waren hierdoor ook hun werk kwijt. Er was dus geen geld voor de dagelijkse levensbehoeften. Ze moesten andere mogelijkheden zoeken.

Brain-Drain

Zo'n 3 miljoen Zimbabwanen vertrokken naar het buitenland in de hoop op werk en inkomsten. Er is sprake van een brain-drain, want velen van hen zijn goed opgeleid: leraren, artsen, verpleegkundigen. Die mensen heeft een land hard nodig. Mensen verlaten hun land pas als ze echt geen mogelijkheden meer zien. Ze willen niets liever dan terug naar hun vaderland. Veel Zimbabwanen vinden de landhervorming onterecht. Meer land voor zwarte boeren is zeker nodig, maar niet op deze manier.


De zwarte markt in Zimbabwe, eind 2007

De zwarte markt is niet een concrete plek waar goederen verhandeld worden, maar een markt waar vraag en aanbod illegaal bij elkaar komen. In veel landen, ook in Zimbabwe, was het altijd al mogelijk geld zwart te wisselen. Tijdens de inflatie was dit niet anders. Eind 2007 bijvoorbeeld was de officiële wisselkoers 1 US$ tegen 30.000 Zimdollars. Op de zwarte markt was de koers toen 1 US$ tegen 1 miljoen Zimdollars. Logisch dus dat iedereen in Zimbabwe die wat kon besteden graag van de zwarte markt gebruik maakte. En geldwisselaar op de zwarte markt werd een populair beroep.
De 20-jarige Arthur staat elke dag op de taxistandplaats bij de westelijke grens van Zimbabwe te wachten op klanten. Hij wisselt hun Zuid-Afrikaanse randen, Botswaanse pula's en US dollars om in Zimdollars. Beter dan een kantoorbaan, lacht hij terwijl hij stapels bankbiljetten uit zijn broekzakken vist. Hij zit al een paar jaar in de geldwisselhandel, en gaat elke dag met gemiddeld 10 miljoen Zimdollar naar huis. Op de zwarte markt zo'n 10 US$.

Zwarte markthandelaren verdienden zo aan de crisis. En Zimbabwanen die aan buitenlandse valuta konden komen hadden het ook het goed, als ze tegen de gunstige koersen van de zwarte markt wisselden. Volgens de Zimbabwaanse econoom John Robertson houdt de overheid de wisselkoers irreëel omdat Mugabe zo de loyaliteit van zijn ministers en hoge functionarissen koopt. Een groep rondom de president kan buitenlandse valuta inkopen tegen de officiële wisselkoers. Met een koers van 30.000 tegen één US$ zijn zij dus juist goed af. De meeste Zimbabwanen hadden niet zo'n voordelige regeling. Zij hadden het nakijken. Hoe konden zij aan buitenlandse valuta komen? De inflatie maakte spaargeld en lonen waardeloos waardoor ze amper nog iets konden kopen. (Bron: De Pers, 10 december 2007.)

En nu?

Een correspondent die in Zimbabwe woont vertelt: In ieder geval liggen de schappen in de supermarkten weer vol. Met de afschaffing van de Zimdollar en de invoering van de Amerikaanse dollar en de Zuid-Afrikaanse Rand als betaalmiddel - najaar 2009 - veranderen de prijzen geen drie keer per dag meer.


Opdracht 3

Lees de tekst 'Financiële dienstverlening: taken bankmedewerker' en beantwoord de volgende vragen:

  1. Noem een aantal belangrijke taken van een bankmedewerker in Nederland.
  2. Als je tijdens de inflatie in Zimbabwe zou werken, zijn dit dan ook de belangrijkste?
  3. Waarom? Motiveer je antwoord.
  4. Welke taken zijn in Zimbabwe dan extra belangrijk? Noem er twee.


Financiële dienstverlening: taken bankmedewerker


Banken in Nederland

Banken zijn financiële dienstverleners. Zij verzorgen het betalingsverkeer voor hun particuliere en zakelijke klanten. Vroeger betaalden mensen door goederen met elkaar te ruilen, later door goederen te ruilen tegen geld. Dat geld gaf men in beheer bij een daarvoor opgerichte instelling, de bank. Eind 20e eeuw werden betalingen vaak gegireerd in plaats van contant betaald. Tegenwoordig gebeurt betalingsverkeer vaak digitaal via internet bankieren.
Als je op een bank werkt heb je de hele dag met geld te maken. Als bankmedewerker heb je een aantal belangrijke taken:

  1. nformeren, adviseren van particuliere en zakelijke klanten, bij b.v. een rekening openen, kopen van waardepapieren zoals aandelen, ingewikkelde transacties op micro- en macroniveau
  2. particuliere en zakelijke klanten doorverwijzen naar de juiste mensen en instanties.
  3. informatie - bijvoorbeeld kredietinformatie - verzamelen, invoeren, verwerken.
  4. baliewerkzaamheden: hulp bij financiële transacties b.v. geld wisselen, klanten informeren en verwijzen m.b.t. procedures voor de aanvraag van diensten zoals pinpassen, creditcards.


Banken in Zimbabwe

Deze taken gelden in grote lijnen ook voor bankmedewerkers in Zimbabwe. Omdat het betalingsverkeer daar nog niet op grote schaal door de computer is overgenomen, werken er meer mensen en worden de taken anders uitgevoerd. Er wordt bijvoorbeeld meer gewerkt met contant geld.

Baliewerkzaamheden waren met name in 2008 en 2009, tijdens de ergste inflatie, behoorlijk lastig. Je moest dan klanten behulpzaam zijn bij het opnemen en wisselen van geld, terwijl de koers elke dag, soms vaker, veranderde.


Woedende klanten

En je moest zorgen dat klanten per dag niet meer van hun rekening opnamen dan wettelijk was toegestaan, wat vaak woedende klanten opleverde (zoals je ziet in het krantenbericht en de cartoon). Het ging soms om kwesties van leven en dood. Bekend is het geval van een vrouw die geopereerd moest worden. Haar man moest het ziekenhuis vooraf betalen maar kon zijn geld niet opnemen. Zijn vrouw werd niet geopereerd en is overleden.


Zimbabwaans krantenberichtje 2008

In het centrum van Harare zijn vandaag rellen uitgebroken onder zo'n veertig militairen die al de hele dag stonden te wachten in de rij voor de bank. De militairen waren boos omdat zij geen geld van hun eigen bankrekening konden incasseren. Zij vielen bankmedewerkers aan, waarna agenten de opstand neersloegen.


Opdracht 4

Lees de teksten 'De waarde van geld in 2008' en 'De zwarte markt in Zimbabwe, eind 2007 (de tekst die hierboven staat)' en beantwoord de volgende vragen.

  1. Welke mensen konden wel van alles kopen?
  2. Waarom zij wel en heel veel andere Zimbabwanen niet? Motiveer je antwoord.


De waarde van geld in 2008.


Wat kostte een hamburger?

Wat kostte een hamburger? In 1980 kreeg je voor 1 US Dollar bijna 1 Zim Dollar (Z$). Sindsdien werd de Zimdollar steeds minder waard. Brood dat in 2005 Z$ 800 kostte , kostte korte tijd later b.v. Z$ 50.000. Met de andere levensmiddelen ging het net zo. Het inkomen van mensen bleef hetzelfde maar ze konden er steeds minder voor kopen. In 2008 veranderde de waarde van de Z$ elke dag. Hyperinflatie dus.
Voorbeeld:
Op 18 juni 2008 betaalde je voor 1 US Dollar ($): 4 miljard Zim Dollar
Op 25 juni 2008 betaalde je voor 1 $: 10 miljard Zim Dollar
Op 27 juni 2008 betaalde je voor 1 $: 15 miljard Zim Dollar

Een broodje hamburger kostte in die periode ongeveer 45 miljard Zim Dollar Iemand die toen in Zimbabwe was, vertelt dat tijdens die hyperinflatie de prijzen in de supermarkt soms zelfs drie keer per dag werden veranderd.
Bankbiljetten zijn niets meer waard, zoals je ziet op deze reclame van de krant The Zimbabwean:

Iemand van de Haarlem-Mutare-organisatie was in 2008 in Mutare, en vertelt:
Een hoop gedoe met geld wisselen. Ga je zwart wisselen, en er zijn tal van adresjes die iedereen kent, dan krijg je 20 keer meer dan bij de bank. In de praktijk dus hele dikke pakken bankbiljetten. Sporttassen vol. Je weet niet waar je ze laten moet. Wat opvalt is dat de drie lokale grote supermarkten nog redelijk bevoorraad zijn, tot en met diverse Franse kazen aan toe. Ergens zit dus een elite, die deze dingen wel kan kopen. Deze elite zal ook wel goede vriendjes met Mugabe zijn of verdienen aan de geldhandel. (In de tijd dat hij er was, 2008, waren de schappen in de meeste winkels vrijwel leeg. En wat er lag was te duur voor de gemiddelde Zimbabwaan.)



Eindopdracht: Mutare Magazine

In deze module heb je gezien in welke ernstige situaties mensen terecht kunnen komen als gevolg van (hyper)inflatie. Speel een paar van die situaties na in een rollenspel. Stel het je voor in het Zimbabwe van 2009 en neem aan dat het zich hier voordoet in Nederland. Een paar groepjes spelen de situaties, anderen maken er stukjes over, en foto's/cartoons voor het Mutare Magazine.
Bedenk zelf situaties. Hierbij wat voorbeelden:
ruilhandel/ je kunt niet genoeg geld opnemen bij de bank terwijl het wel op je rekening staat/ als toerist op de zwarte markt (+ stapels biljetten) - zwarte markt valt buiten de rechtspraak - wat als je oneerlijk wordt behandeld?
Speel ook de bankmedewerker die de klanten aan de balie moet informeren dat ze hun geld niet kunnen opnemen (met rijen woedende mensen voor de deur die ook geld van hun rekening willen halen. Hoe zou dat in Nederland gaan?)